Leeuwarden telt negen amateurclubs, maar niet een vereniging is actief in de Hoofdklasse of hoger. Het niveau van het amateurvoetbal in de Friese hoofdstad zit al jaren in een neerwaartse spiraal, terwijl andere clubs uit de provincie floreren. Waar gaat het mis, en kan het op korte termijn veranderen?
Zwaluwen wordt kampioen bij Blauw Wit
Het feest
Champagne bij Zwaluwen
Het is zaterdagmiddag 18 mei rond de klok van kwart voor vijf als er op Sportpark Wiarda feest gevierd wordt. Elf spelers van Zwaluwen steken triomfantelijk de armen in de lucht, bij de voetballers van Blauw Wit ’34 is de teleurstelling van het gezicht te scheppen. Het laatste fluitsignaal van de voorlaatste competitiewedstrijd in 2I heeft zojuist geklonken en dat is reden voor grote vreugde aan de zijde van Zwaluwen. Dankzij de 2-5 overwinning is het kampioenschap in de Tweede Klasse een feit. Dat dit uitgerekend op bezoek bij stadgenoot, rivaal én titelconcurrent Blauw Wit gebeurt, maakt het nog specialer voor de Zwaluwen.
Door de overtuigend behaalde titel keert Zwaluwen terug in de Eerste Klasse. Vorig seizoen eindigde het als tweede in de Tweede Klasse en werd promotie niet behaald, nu is het dus wel raak. Zwaluwen keert terug in de competitie waaruit het in 2017 degradeerde. Is het kampioenschap een gevolg van goed beleid en groei, of is het een incident die gezien kan worden als een druppel op een gloeiende plaat? Zeker is wel dat Zwaluwen 1 door de promotie in één klap tot de twee beste ploegen van Leeuwarden kan worden gerekend. Komend seizoen speelt het in de Eerste Klasse, net als FVC (zondag). Alle andere zeven ploegen in Leeuwarden spelen hun wedstrijden op een lager niveau.
Het gemis
‘We spelen verschrikkelijk laag’
Het kampioenschap van Zwaluwen is geen vanzelfsprekendheid. De eerste elftallen van de Leeuwarder clubs slagen er namelijk niet in om tot de betere amateurclubs van het noorden of zelfs de provincie te behoren. FVC sloot dit seizoen af in de onderkant van de Eerste Klasse en was de hoogst geklasseerde Leeuwarder amateurploeg. De zondagclub van Sportpark Wiarda behaalde in de Eerste Klasse wel de laagste eindnotering in vier jaar tijd. Het feit dat FVC afgelopen seizoen de hoogste amateurclub van Leeuwarden was, kan daardoor meer gezien worden als een vlag op een modderschuit dan een fraaie eretitel. Een pijnlijke constatering voor Leeuwarden, dat hierdoor sportief steeds verder achteropraakt in de provincie. Als hoofdstad vanFriesland wil het ook sportief leidend zijn, maar die missie slaagt niet. Het zorgt er bovendien voor dat er totaal geen sprake is van een doorgroei richting SC Cambuur, de Leeuwarder profclub. De selectie van Cambuur telde afgelopen seizoen nul spelers uit eigen stad, net als de vier seizoenen daarvoor. De binding met de sportieve Leeuwarder trots neemt af.
Het is een opvallende trend dat de beste amateurploegen van Friesland niet uit de hoofdstad komen. Andere plaatsen in Friesland zijn al jarenlang veel succesvoller in het amateurvoetbal. Harkemase Boys en ONS Sneek spelen Derde Divisie en zijn al jaren een gevestigde naam. Sneek Wit Zwart speelde onlangs in de Topklasse en kwam vorig seizoen uit in de Hoofdklasse. Het afgelopen seizoen werd de zondagploeg tweede in 1F, zevende plekken boven de sterkste amateurploeg van Leeuwarden: FVC.
Buitenpost is aan de hand van de Leeuwarder trainer René van der Weij bezig aan een imposante opmars en slaagde er als promovendus in om zich te handhaven in de Hoofdklasse. Ook Drachten had met Drachtster Boys, dat zevende werd in de Eerste Klasse, een ploeg op behoorlijk amateurniveau. In die klasse, zaterdag 1E, speelden daarnaast met Balk, Zeerobben, Broekster Boys en Be Quick Dokkum nog vier Friese amateurclubs. Ook hier is Leeuwarden de grote afwezige, al doet Zwaluwen komend seizoen dus zijn intrede in die competitie. Sneek Wit Zwart, VV Heerenveen, Bergum en GAVC waren afgelopen voetbaljaar competitiegenoten van FVC in de Eerste Klasse zondag.
Leeuwarden telt negen amateurclubs met FVC (1F) als hoogste ploeg. Geen andere plaats in Friesland heeft zoveel clubs als de hoofdstad. Blauw Wit en LAC Frisia 1883 tellen net als Drachtster Boys meer dan duizend leden en zijn de drie grootste clubs van de provincie. Harkemase Boys (350) en ONS Sneek (600) blijven qua ledenaantal achter, maar hebben wel een succesvol vlaggenschip. Sneek blijft overigens ook wat betreft het inwoneraantal (34.000) ver achter bij Leeuwarden (110.000).
Champagne bij Zwaluwen
Het is zaterdagmiddag 18 mei rond de klok van kwart voor vijf als er op Sportpark Wiarda feest gevierd wordt. Elf spelers van Zwaluwen steken triomfantelijk de armen in de lucht, bij de voetballers van Blauw Wit ’34 is de teleurstelling van het gezicht te scheppen. Het laatste fluitsignaal van de voorlaatste competitiewedstrijd in 2I heeft zojuist geklonken en dat is reden voor grote vreugde aan de zijde van Zwaluwen. Dankzij de 2-5 overwinning is het kampioenschap in de Tweede Klasse een feit. Dat dit uitgerekend op bezoek bij stadgenoot, rivaal én titelconcurrent Blauw Wit gebeurt, maakt het nog specialer voor de Zwaluwen.
Door de overtuigend behaalde titel keert Zwaluwen terug in de Eerste Klasse. Vorig seizoen eindigde het als tweede in de Tweede Klasse en werd promotie niet behaald, nu is het dus wel raak. Zwaluwen keert terug in de competitie waaruit het in 2017 degradeerde. Is het kampioenschap een gevolg van goed beleid en groei, of is het een incident die gezien kan worden als een druppel op een gloeiende plaat? Zeker is wel dat Zwaluwen 1 door de promotie in één klap tot de twee beste ploegen van Leeuwarden kan worden gerekend. Komend seizoen speelt het in de Eerste Klasse, net als FVC (zondag). Alle andere zeven ploegen in Leeuwarden spelen hun wedstrijden op een lager niveau.
Het gemis
‘We spelen verschrikkelijk laag’
Het kampioenschap van Zwaluwen is geen vanzelfsprekendheid. De eerste elftallen van de Leeuwarder clubs slagen er namelijk niet in om tot de betere amateurclubs van het noorden of zelfs de provincie te behoren. FVC sloot dit seizoen af in de onderkant van de Eerste Klasse en was de hoogst geklasseerde Leeuwarder amateurploeg. De zondagclub van Sportpark Wiarda behaalde in de Eerste Klasse wel de laagste eindnotering in vier jaar tijd. Het feit dat FVC afgelopen seizoen de hoogste amateurclub van Leeuwarden was, kan daardoor meer gezien worden als een vlag op een modderschuit dan een fraaie eretitel. Een pijnlijke constatering voor Leeuwarden, dat hierdoor sportief steeds verder achteropraakt in de provincie. Als hoofdstad vanFriesland wil het ook sportief leidend zijn, maar die missie slaagt niet. Het zorgt er bovendien voor dat er totaal geen sprake is van een doorgroei richting SC Cambuur, de Leeuwarder profclub. De selectie van Cambuur telde afgelopen seizoen nul spelers uit eigen stad, net als de vier seizoenen daarvoor. De binding met de sportieve Leeuwarder trots neemt af.
Het is een opvallende trend dat de beste amateurploegen van Friesland niet uit de hoofdstad komen. Andere plaatsen in Friesland zijn al jarenlang veel succesvoller in het amateurvoetbal. Harkemase Boys en ONS Sneek spelen Derde Divisie en zijn al jaren een gevestigde naam. Sneek Wit Zwart speelde onlangs in de Topklasse en kwam vorig seizoen uit in de Hoofdklasse. Het afgelopen seizoen werd de zondagploeg tweede in 1F, zevende plekken boven de sterkste amateurploeg van Leeuwarden: FVC.
Buitenpost is aan de hand van de Leeuwarder trainer René van der Weij bezig aan een imposante opmars en slaagde er als promovendus in om zich te handhaven in de Hoofdklasse. Ook Drachten had met Drachtster Boys, dat zevende werd in de Eerste Klasse, een ploeg op behoorlijk amateurniveau. In die klasse, zaterdag 1E, speelden daarnaast met Balk, Zeerobben, Broekster Boys en Be Quick Dokkum nog vier Friese amateurclubs. Ook hier is Leeuwarden de grote afwezige, al doet Zwaluwen komend seizoen dus zijn intrede in die competitie. Sneek Wit Zwart, VV Heerenveen, Bergum en GAVC waren afgelopen voetbaljaar competitiegenoten van FVC in de Eerste Klasse zondag.
Leeuwarden telt negen amateurclubs met FVC (1F) als hoogste ploeg. Geen andere plaats in Friesland heeft zoveel clubs als de hoofdstad. Blauw Wit en LAC Frisia 1883 tellen net als Drachtster Boys meer dan duizend leden en zijn de drie grootste clubs van de provincie. Harkemase Boys (350) en ONS Sneek (600) blijven qua ledenaantal achter, maar hebben wel een succesvol vlaggenschip. Sneek blijft overigens ook wat betreft het inwoneraantal (34.000) ver achter bij Leeuwarden (110.000).
Het niveau in Leeuwarden is dramatisch slecht"
“Ik vind het een slechte zaak”
Hoe kan het dan dat Leeuwarden het afgelopen seizoen één eersteklasser, drie tweede tweedeklassers, vier derdeklassers en een vijfdeklasser afleverde? De zoektocht naar het antwoord op deze vraag begint bij de KNVB. “Het is inderdaad niet hoog”, zegt Erik Baas, die als verenigingsadviseur van de KNVB nauw betrokken is bij het Leeuwarder voetbal. “FVC speelt Eerste Klasse en dankom je in de stad al terecht bij clubs die Tweede Klasse spelen. Naast dat er mogelijk te veel clubs zijn, die allemaal in dezelfde vijver vissen begint het met het uitspreken van je visie, wat voor club wil je zijn, op wat voor niveau wil je spelen, wat wil je met het jeugdvoetbal. Daar moet je het beleid op afstemmen.”
De mening van Jan Adema, voorzitter van Zwaluwen, over de kwestie is kraakhelder. “Het niveau is in Leeuwarden dramatisch slecht”, vertelt hij. Adema krijgt bijval van Cor van de Haar, die bij Frisia de voorzittershamer in handen heeft. “Ik vind het een slechte zaak”, stelt hij. “Het was prachtig geweest als Leeuwarden achter Cambuur een ploeg op Tweede of Derde Divisie-niveau had gehad, waar spelers die talentvol zijn weer kunnen doorstromen. Dat moet je toch minimaal hebben, maar daar is budget voor nodig. We zien steden genoeg waar het wel kan.” Van de Haar heeft een punt. Vergelijkbare steden als Groningen, Assen en Emmeloord leveren met respectievelijk Be Quick 1887, ACV Assen en Flevo Boys drie hoofdklassers af.
Van de Haar draagt de eerste reden van het achterblijven van een topamateurclub in Leeuwarden aan. “Clubs als Frisia hebben beperkte financiële mogelijkheden”, verklaart hij. “En zeker in een grote stad als Leeuwarden waar heel beperkte sponsorkracht zit, zie je dat overal een beetje aan gedaan wordt. De clubs kunnen in feite niet op niveau terechtkomen. Wij merken ook dat de goede voetballers uit Leeuwarden worden weggeplukt door Harkemase Boys, Buitenpost en Sneek. Dan blijf je met een garnituur over die prima kan voetballen, maar die niet in staat is om hogerop te komen. Dat is natuurlijk jammer.”
Hoe kan het dan dat Leeuwarden het afgelopen seizoen één eersteklasser, drie tweede tweedeklassers, vier derdeklassers en een vijfdeklasser afleverde? De zoektocht naar het antwoord op deze vraag begint bij de KNVB. “Het is inderdaad niet hoog”, zegt Erik Baas, die als verenigingsadviseur van de KNVB nauw betrokken is bij het Leeuwarder voetbal. “FVC speelt Eerste Klasse en dankom je in de stad al terecht bij clubs die Tweede Klasse spelen. Naast dat er mogelijk te veel clubs zijn, die allemaal in dezelfde vijver vissen begint het met het uitspreken van je visie, wat voor club wil je zijn, op wat voor niveau wil je spelen, wat wil je met het jeugdvoetbal. Daar moet je het beleid op afstemmen.”
De mening van Jan Adema, voorzitter van Zwaluwen, over de kwestie is kraakhelder. “Het niveau is in Leeuwarden dramatisch slecht”, vertelt hij. Adema krijgt bijval van Cor van de Haar, die bij Frisia de voorzittershamer in handen heeft. “Ik vind het een slechte zaak”, stelt hij. “Het was prachtig geweest als Leeuwarden achter Cambuur een ploeg op Tweede of Derde Divisie-niveau had gehad, waar spelers die talentvol zijn weer kunnen doorstromen. Dat moet je toch minimaal hebben, maar daar is budget voor nodig. We zien steden genoeg waar het wel kan.” Van de Haar heeft een punt. Vergelijkbare steden als Groningen, Assen en Emmeloord leveren met respectievelijk Be Quick 1887, ACV Assen en Flevo Boys drie hoofdklassers af.
Van de Haar draagt de eerste reden van het achterblijven van een topamateurclub in Leeuwarden aan. “Clubs als Frisia hebben beperkte financiële mogelijkheden”, verklaart hij. “En zeker in een grote stad als Leeuwarden waar heel beperkte sponsorkracht zit, zie je dat overal een beetje aan gedaan wordt. De clubs kunnen in feite niet op niveau terechtkomen. Wij merken ook dat de goede voetballers uit Leeuwarden worden weggeplukt door Harkemase Boys, Buitenpost en Sneek. Dan blijf je met een garnituur over die prima kan voetballen, maar die niet in staat is om hogerop te komen. Dat is natuurlijk jammer.”
Het is waardeloos dat er bij Cambuur alleen spelers spelen die wij niet kennen"
Ontbreken van ambitie
FVC is in Leeuwarden de hoogste ploeg en werd afgelopen seizoen negende. “Wij spelen in de Eerste Klasse, maar willen niet promoveren”, zegt voorzitter Atte Haagsma. “Dat geldt ook voor andere eersteklassers. Sportief gezien wil je ambitie hebben want je speelt ten slotte om kampioen te worden, maar ik denk dat je bij promotie 50.000 tot 60.000 euro extra op tafel moet leggen. Dat moet je bij sponsoren weghalen, maar als je dat niet hebt… Dan moet je met personenauto’s naar verre uitwedstrijden en ga je als armste club de Hoofdklasse in. Het is gewoon onaantrekkelijk. De spelers hebben er ook geen zin in om ergens naar Rotterdam te rijden en te spelen tegen een club die je niet kent, zonder supporters die meegaan.”
Toch is het volgens Gerrit Wijbenga, bestuurslid van FVC, wel een gemis dat er in Leeuwarden niet op hoog amateurniveau gespeeld wordt. “Deze stad moet minimaal twee hoofdklassers hebben, als je kijkt naar de grootte van het gebied en het aantal voetballers. Op basis van de kwaliteiten zou je twee volwaardige hoofdklassers moeten kunnen huisvesten”, is hij van mening. De doelstelling van FVC is bij de eerste vijf ploegen eindigen in de Eerste Klasse. Afgelopen seizoen lukte dat door de negende plaats dus niet.
Er is nauwelijks sprake van een doorstroom naar Cambuur en andersom. Volgens Haagsma zou het goed zijn als daar verandering in komt. “Wij hebben wel een paar spelers die hogerop willen, en daar zal elke club er een paar van hebben. Dan is het erg jammer dat je voor die categorie spelers niets kan bieden. We spelen hier in Leeuwarden gewoon veel te laag. Misschien moet je als verenigingen bij elkaar gaan zitten en een nieuwe club oprichten, een soort Leeuwarder Selectie. Daar komen de beste spelers van de verschillende clubs in en die spelen daar”, vertelt hij.
Haagsma weet dat een dergelijk plan valt of staat met een samenwerking met Cambuur. “Het is waardeloos dat er bij Cambuur nu alleen maar spelers rondlopen die wij niet kennen. Er komt niks uit de regio. Wat is nu de uitdaging nog voor spelers van amateurclubs die iets meer willen? Er moet uitdading zijn, maar die is er niet. Op het moment dat die er is, kunnen ook andere spelers zich daar weer aan optrekken. Wie is nu nog een voorbeeld voor de spelers?”
FVC is in Leeuwarden de hoogste ploeg en werd afgelopen seizoen negende. “Wij spelen in de Eerste Klasse, maar willen niet promoveren”, zegt voorzitter Atte Haagsma. “Dat geldt ook voor andere eersteklassers. Sportief gezien wil je ambitie hebben want je speelt ten slotte om kampioen te worden, maar ik denk dat je bij promotie 50.000 tot 60.000 euro extra op tafel moet leggen. Dat moet je bij sponsoren weghalen, maar als je dat niet hebt… Dan moet je met personenauto’s naar verre uitwedstrijden en ga je als armste club de Hoofdklasse in. Het is gewoon onaantrekkelijk. De spelers hebben er ook geen zin in om ergens naar Rotterdam te rijden en te spelen tegen een club die je niet kent, zonder supporters die meegaan.”
Toch is het volgens Gerrit Wijbenga, bestuurslid van FVC, wel een gemis dat er in Leeuwarden niet op hoog amateurniveau gespeeld wordt. “Deze stad moet minimaal twee hoofdklassers hebben, als je kijkt naar de grootte van het gebied en het aantal voetballers. Op basis van de kwaliteiten zou je twee volwaardige hoofdklassers moeten kunnen huisvesten”, is hij van mening. De doelstelling van FVC is bij de eerste vijf ploegen eindigen in de Eerste Klasse. Afgelopen seizoen lukte dat door de negende plaats dus niet.
Er is nauwelijks sprake van een doorstroom naar Cambuur en andersom. Volgens Haagsma zou het goed zijn als daar verandering in komt. “Wij hebben wel een paar spelers die hogerop willen, en daar zal elke club er een paar van hebben. Dan is het erg jammer dat je voor die categorie spelers niets kan bieden. We spelen hier in Leeuwarden gewoon veel te laag. Misschien moet je als verenigingen bij elkaar gaan zitten en een nieuwe club oprichten, een soort Leeuwarder Selectie. Daar komen de beste spelers van de verschillende clubs in en die spelen daar”, vertelt hij.
Haagsma weet dat een dergelijk plan valt of staat met een samenwerking met Cambuur. “Het is waardeloos dat er bij Cambuur nu alleen maar spelers rondlopen die wij niet kennen. Er komt niks uit de regio. Wat is nu de uitdaging nog voor spelers van amateurclubs die iets meer willen? Er moet uitdading zijn, maar die is er niet. Op het moment dat die er is, kunnen ook andere spelers zich daar weer aan optrekken. Wie is nu nog een voorbeeld voor de spelers?”
De financiën
‘Spelers komen niet voor een krentenbol’
Het gebrek aan sponsorkracht is volgens Frisia-voorzitter Van de Haar dus een mede-oorzaak van het probleem, maar er zijn meer financiële kwesties bij de Leeuwarder amateurclubs. Een rondgang langs de clubs leert dat de verenigingen geen geld betalen aan spelers uit de eerste selectie. Dit geven de voorzitters heel duidelijk aan. Volgens Baas van de KNVB blijkt het vrijwel onmogelijk om grote stappen te zetten en op divisieniveau uit te komen zonder te betalen.
Peter Feenstra is uitgever van trainersvakblad ‘De Voetbaltrainer’, dat jaarlijks een Top 200 maakt van de beste amateurclubs van Nederland. De ranglijst wordt gebaseerd op het niveau van de jeugdploegen en de eerste elftallen. Blauw Wit stond afgelopen seizoen op plaats 124 en Frisia op 159, beide met dank aan sterke jeugdopleidingen. Verder ontbreken de Leeuwarder clubs. Feenstra denkt dat met name Harkemase Boys en ONS Sneek de clubs uit de hoofdstad tandeloos maken. “ONS heeft budget van 140.000 euro voor de eerste selectie. Ze kijken in een kring van 100 kilometer vanaf Sneek naar jongens die bij profclubs buiten de boot vallen en pikken die op. Iemand die in Zwolle woont gaat natuurlijk niet bij Blauw Wit of Frisia spelen”, weet hij.
“In de tijd dat Blauw Wit en FVC veel hoger speelden, zag je veel van de goede Leeuwarder jongens terug bij Cambuur”, vervolgt hij. “Die kwamen dan in de A1 of in het tweede elftal. Maar moet je nu kijken hoeveel Leeuwarders er bij Cambuur spelen. Zelfs in de beloftes is dat heel mager. Twintig jaar geleden was dat wel het geval en keerden spelers ook terug bij hun oude club. Als spelers nu afhaken bij profclubs, worden ze benaderd door ONS Sneek en Harkemase Boys.”
Want betalen aan spelers bij amateurclubs, dat is sinds 2009 toegestaan in Nederland. Vanaf dat jaar mochten amateurclubs overeenkomsten sluiten met spelers. Belangrijk is dan wel dat er loonbelasting wordt afgedragen over het salaris en andere vergoedingen die de spelers krijgen. Serge Rossmeisl, directeur Federatie van Betaald Voetbal Organisaties (FBO), weet dat ook. Hij zegt dat de betalingen nauwelijks inzichtelijk zijn. “De ene amateurclub betaalt via de stichting, de andere via de sponsor. Het probleem is dat de salarissen niet geregistreerd staan bij de KNVB, wat bij de profclubs wel het geval is. Er zijn dus geen gemiddeldes bekend.”
‘Spelers komen niet voor een krentenbol’
Het gebrek aan sponsorkracht is volgens Frisia-voorzitter Van de Haar dus een mede-oorzaak van het probleem, maar er zijn meer financiële kwesties bij de Leeuwarder amateurclubs. Een rondgang langs de clubs leert dat de verenigingen geen geld betalen aan spelers uit de eerste selectie. Dit geven de voorzitters heel duidelijk aan. Volgens Baas van de KNVB blijkt het vrijwel onmogelijk om grote stappen te zetten en op divisieniveau uit te komen zonder te betalen.
Peter Feenstra is uitgever van trainersvakblad ‘De Voetbaltrainer’, dat jaarlijks een Top 200 maakt van de beste amateurclubs van Nederland. De ranglijst wordt gebaseerd op het niveau van de jeugdploegen en de eerste elftallen. Blauw Wit stond afgelopen seizoen op plaats 124 en Frisia op 159, beide met dank aan sterke jeugdopleidingen. Verder ontbreken de Leeuwarder clubs. Feenstra denkt dat met name Harkemase Boys en ONS Sneek de clubs uit de hoofdstad tandeloos maken. “ONS heeft budget van 140.000 euro voor de eerste selectie. Ze kijken in een kring van 100 kilometer vanaf Sneek naar jongens die bij profclubs buiten de boot vallen en pikken die op. Iemand die in Zwolle woont gaat natuurlijk niet bij Blauw Wit of Frisia spelen”, weet hij.
“In de tijd dat Blauw Wit en FVC veel hoger speelden, zag je veel van de goede Leeuwarder jongens terug bij Cambuur”, vervolgt hij. “Die kwamen dan in de A1 of in het tweede elftal. Maar moet je nu kijken hoeveel Leeuwarders er bij Cambuur spelen. Zelfs in de beloftes is dat heel mager. Twintig jaar geleden was dat wel het geval en keerden spelers ook terug bij hun oude club. Als spelers nu afhaken bij profclubs, worden ze benaderd door ONS Sneek en Harkemase Boys.”
Want betalen aan spelers bij amateurclubs, dat is sinds 2009 toegestaan in Nederland. Vanaf dat jaar mochten amateurclubs overeenkomsten sluiten met spelers. Belangrijk is dan wel dat er loonbelasting wordt afgedragen over het salaris en andere vergoedingen die de spelers krijgen. Serge Rossmeisl, directeur Federatie van Betaald Voetbal Organisaties (FBO), weet dat ook. Hij zegt dat de betalingen nauwelijks inzichtelijk zijn. “De ene amateurclub betaalt via de stichting, de andere via de sponsor. Het probleem is dat de salarissen niet geregistreerd staan bij de KNVB, wat bij de profclubs wel het geval is. Er zijn dus geen gemiddeldes bekend.”
“Je vist allemaal in dezelfde vijver”
Blauw Wit merkt ook dat steeds meer clubs geld op tafel leggen voor spelers. Voorzitter Rudy Douma weet dat het zonder het betalen van spelers moeilijk is om te concurreren met kapitaalkrachtige clubs. De preses stelde vorig seizoen, toen Blauw Wit uit de Eerste Klasse degradeerde, vast dat er bij veel clubs uit die competitie betaald werd. “Vroeger was het normaal dat er op divisie-niveau en in de Hoofdklasse betaald werd, maar dat zakt steeds verder naar beneden”, vertelt hij. Een slechte ontwikkeling, vindt Douma. “Dat maakt het ook lastiger voor ons om op dat soort niveaus te spelen.”
Blauw Wit heeft de ambitie om een stabiele eersteklasser te zijn, maar wil absoluut niet spelers betalen om in het eerste te spelen.“Dat hebben wij nooit gedaan”, zegt Douma, die afgelopen seizoen oud-Cambuur-speler Bob Schepers aantrok en in de zomer Martijn Barto verwelkomt. “Wij willen ook niet een sponsorgroep hebben die spelers gaat betalen. Wij willen het niet, maar al zouden we het willen dan is het nog ingewikkeld. In Leeuwarden heb je veel amateurclubs plus Cambuur, dus voordat je een sponsor hebt die wat geld op het kleed legt… Dat valt niet mee. Daarom zie je ook vaak dat clubs met een rijke sponsorgroep vaker uit dorpen of kleinere steden komen, omdat daar dingen sneller geregeld kunnen worden.”
Zwaluwen-voorzitter Adema deelt dat standpunt en maakt bij zijn club ook geen vergoedingen over naar de spelers. Hoe de spelers dan wel te verleiden? “Dan heb je het over een trainingskamp, over kleding en wat uitjes die je kunt regelen. Wij kunnen niet elke speler 500 euro netto per maand betalen, maar dat gebeurt wel om ons heen. De jongens die bij Harkemase Boys en ONS spelen komen echt niet voor een krentenbol”, weet Adema. “Je vist allemaal in dezelfde vijver. Wij zijn heel tevreden over hoe het gaat, maar we hebben geen suikeroom die er even een paar ton in steekt.” Zwaluwen is druk bezig met het afronden van een nieuw complex, waar de afgelopen tijd de volledige prioriteit lag. Adema hoopt dat de nieuwbouw, die de club acht ton kost, een impuls te geven.
Een impuls is daarnaast natuurlijk ook de behaalde promotie naar de Eerste Klasse. Adema zou het liefste ‘in ieder geval een hoofdklasser’ in Leeuwarden’ hebben. “Het liefst zou je in de Derde Divisie spelen natuurlijk. Maar als je daarin wilt voetballen, gaat het puur om geld. Je zult een budget vrij moeten maken voor de eerste selectie als je echt hogerop wilt. Dat kost een paar ton. Dan is het de vraag of je wilt betalen. Daar is iedereen huiverig voor. Wij kunnen het niet doen, maar als ik het geld zou hebben dan zou ik het liever in de jeugd stoppen.”
Blauw Wit merkt ook dat steeds meer clubs geld op tafel leggen voor spelers. Voorzitter Rudy Douma weet dat het zonder het betalen van spelers moeilijk is om te concurreren met kapitaalkrachtige clubs. De preses stelde vorig seizoen, toen Blauw Wit uit de Eerste Klasse degradeerde, vast dat er bij veel clubs uit die competitie betaald werd. “Vroeger was het normaal dat er op divisie-niveau en in de Hoofdklasse betaald werd, maar dat zakt steeds verder naar beneden”, vertelt hij. Een slechte ontwikkeling, vindt Douma. “Dat maakt het ook lastiger voor ons om op dat soort niveaus te spelen.”
Blauw Wit heeft de ambitie om een stabiele eersteklasser te zijn, maar wil absoluut niet spelers betalen om in het eerste te spelen.“Dat hebben wij nooit gedaan”, zegt Douma, die afgelopen seizoen oud-Cambuur-speler Bob Schepers aantrok en in de zomer Martijn Barto verwelkomt. “Wij willen ook niet een sponsorgroep hebben die spelers gaat betalen. Wij willen het niet, maar al zouden we het willen dan is het nog ingewikkeld. In Leeuwarden heb je veel amateurclubs plus Cambuur, dus voordat je een sponsor hebt die wat geld op het kleed legt… Dat valt niet mee. Daarom zie je ook vaak dat clubs met een rijke sponsorgroep vaker uit dorpen of kleinere steden komen, omdat daar dingen sneller geregeld kunnen worden.”
Zwaluwen-voorzitter Adema deelt dat standpunt en maakt bij zijn club ook geen vergoedingen over naar de spelers. Hoe de spelers dan wel te verleiden? “Dan heb je het over een trainingskamp, over kleding en wat uitjes die je kunt regelen. Wij kunnen niet elke speler 500 euro netto per maand betalen, maar dat gebeurt wel om ons heen. De jongens die bij Harkemase Boys en ONS spelen komen echt niet voor een krentenbol”, weet Adema. “Je vist allemaal in dezelfde vijver. Wij zijn heel tevreden over hoe het gaat, maar we hebben geen suikeroom die er even een paar ton in steekt.” Zwaluwen is druk bezig met het afronden van een nieuw complex, waar de afgelopen tijd de volledige prioriteit lag. Adema hoopt dat de nieuwbouw, die de club acht ton kost, een impuls te geven.
Een impuls is daarnaast natuurlijk ook de behaalde promotie naar de Eerste Klasse. Adema zou het liefste ‘in ieder geval een hoofdklasser’ in Leeuwarden’ hebben. “Het liefst zou je in de Derde Divisie spelen natuurlijk. Maar als je daarin wilt voetballen, gaat het puur om geld. Je zult een budget vrij moeten maken voor de eerste selectie als je echt hogerop wilt. Dat kost een paar ton. Dan is het de vraag of je wilt betalen. Daar is iedereen huiverig voor. Wij kunnen het niet doen, maar als ik het geld zou hebben dan zou ik het liever in de jeugd stoppen.”
Spelen in de Derde Divisie kost een paar ton"
De positieve uitzondering
‘We willen jongens uit het eigen dorp’
Bekend is dat er bij Harkemase Boys en ONS Sneek vergoedingen worden gegeven aan de spelers. Om te kunnen wedijveren met de beste clubs uit de regio is het dus nagenoeg onmogelijk om géén geld te betalen. Een uitzondering is er wel degelijk en die heet VV Buitenpost. Een specifiek beleid leidde tot gestage groei en die leidde weer tot een promotie naar de Hoofdklasse vorig jaar. Als promovendus heeft de dorpsclub zeer knap lijfsbehoud voor elkaar gekregen.
Niet door spelers van buitenaf te verleiden met een geldbedrag, maar juist door de clubwaarden hoog in het vaandel te houden. Afgelopen seizoen telde de 21-koppige selectie 14 spelers uit eigen dorp en/of eigen jeugdopleiding met de Leeuwarder trainer René van der Weij aan het roer. Hoe heeft Buitenpost dit kunstje geflikt zonder spelers te betalen? “De supportersen het bestuur willen graag jongens uit eigen dorp zien spelen”, legt Van der Weij uit.
“Maar je krijgt wel te maken met het feit dat steeds minder jongens het niveau van Eerste Klasse en hoofdklassen kunnen aantikken. Vaak is het zo dat er jongens van buiten moeten komen om het niveau op te krikken. Ik vind dan wel dat jongens die van buiten over exceptionele kwaliteit moeten zijn en echt beter moeten zijn dan wat er is. Daar hebben we de laatste vier jaar goed naar gekeken.” Buitenpost haalde afgelopen zomer met Rolf Dijk, Joost Jesse Visser en Robin Huisman de Jong de nodige topamateurervaring aan boord.
Geld krijgen zij niet, verzekert Van der Weij. “Iedereen betaalt contributie, dat zijn ze verplicht. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor kilometervergoeding of dat er een baan wordt gezocht. Een stuk of zeven jongens werken bij de hoofdsponsor. Daar kijken jongens naar: wat is er mogelijk na het voetbal.” Volgens Van der Weij heeft Buitenpost de middelen om geld te steken in de eerste selectie, maar doet de club dat bewust niet.
“Als je gaat betalen, gaan ze na twee jaar weg”
Het is een principiële en bewuste keuze. “Als je gaat betalen, dan gaan jongens na twee jaar weer weg. Kunnen ze ergens meer krijgen, dan gaan ze ook weg. Nu krijg je jongens die bewust voor Buitenpost kiezen. Bij iedere speler die is gekomen, ben ik thuis geweest om te praten. ‘Waarom wil je bij ons spelen?’ Ik wil niet iemand in mijn groep hebben die na een jaar weer weggaat. Je moet echt in het groepje passen.”
Buitenpost kan terugkijken op een uitstekend jaar in de Hoofdklasse, waarin het in de clubhistorie nog niet eerder speelde. “Na Harkemase Boys en ONS is Buitenpost de derde club van Friesland. Dat hebben we toch wel netjes gedaan met zo’n klein dorp."
‘We willen jongens uit het eigen dorp’
Bekend is dat er bij Harkemase Boys en ONS Sneek vergoedingen worden gegeven aan de spelers. Om te kunnen wedijveren met de beste clubs uit de regio is het dus nagenoeg onmogelijk om géén geld te betalen. Een uitzondering is er wel degelijk en die heet VV Buitenpost. Een specifiek beleid leidde tot gestage groei en die leidde weer tot een promotie naar de Hoofdklasse vorig jaar. Als promovendus heeft de dorpsclub zeer knap lijfsbehoud voor elkaar gekregen.
Niet door spelers van buitenaf te verleiden met een geldbedrag, maar juist door de clubwaarden hoog in het vaandel te houden. Afgelopen seizoen telde de 21-koppige selectie 14 spelers uit eigen dorp en/of eigen jeugdopleiding met de Leeuwarder trainer René van der Weij aan het roer. Hoe heeft Buitenpost dit kunstje geflikt zonder spelers te betalen? “De supportersen het bestuur willen graag jongens uit eigen dorp zien spelen”, legt Van der Weij uit.
“Maar je krijgt wel te maken met het feit dat steeds minder jongens het niveau van Eerste Klasse en hoofdklassen kunnen aantikken. Vaak is het zo dat er jongens van buiten moeten komen om het niveau op te krikken. Ik vind dan wel dat jongens die van buiten over exceptionele kwaliteit moeten zijn en echt beter moeten zijn dan wat er is. Daar hebben we de laatste vier jaar goed naar gekeken.” Buitenpost haalde afgelopen zomer met Rolf Dijk, Joost Jesse Visser en Robin Huisman de Jong de nodige topamateurervaring aan boord.
Geld krijgen zij niet, verzekert Van der Weij. “Iedereen betaalt contributie, dat zijn ze verplicht. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor kilometervergoeding of dat er een baan wordt gezocht. Een stuk of zeven jongens werken bij de hoofdsponsor. Daar kijken jongens naar: wat is er mogelijk na het voetbal.” Volgens Van der Weij heeft Buitenpost de middelen om geld te steken in de eerste selectie, maar doet de club dat bewust niet.
“Als je gaat betalen, gaan ze na twee jaar weg”
Het is een principiële en bewuste keuze. “Als je gaat betalen, dan gaan jongens na twee jaar weer weg. Kunnen ze ergens meer krijgen, dan gaan ze ook weg. Nu krijg je jongens die bewust voor Buitenpost kiezen. Bij iedere speler die is gekomen, ben ik thuis geweest om te praten. ‘Waarom wil je bij ons spelen?’ Ik wil niet iemand in mijn groep hebben die na een jaar weer weggaat. Je moet echt in het groepje passen.”
Buitenpost kan terugkijken op een uitstekend jaar in de Hoofdklasse, waarin het in de clubhistorie nog niet eerder speelde. “Na Harkemase Boys en ONS is Buitenpost de derde club van Friesland. Dat hebben we toch wel netjes gedaan met zo’n klein dorp."
Teveel van hetzelfde
Een klein dorp lukt het dus wel, de stad Leeuwarden niet. Met één eersteklasser, drie tweede tweedeklassers, vier derdeklassers en een vijfdeklasser is het vooral veel van hetzelfde. Blauw Wit-voorzitter Douma (foto) heeft een kraakheldere mening. “Er zijn gewoon te veel clubs in de stad”, is hij stellig. Feenstra vult aan: “Stel dat we het aantal clubs zouden halveren, dan zou het zomaar kunnen zijn dat er éénof twee clubs zijn waar de goede spelers terecht komen. Dan kun je ook een hoger niveau aantikken.”
Leeuwarden telt vier zaterdag- en vijf zondagclubs. Fusies zouden uitkomst kunnen bieden, maar komen niet zomaar van de grond. Douma weet dat er gesproken is over een eventuele samenwerking met Zwaluwen. “Tien of twaalf jaar terug was daar sprake van”, memoreert hij. “Als dat gebeurd was, dan had je denk ik wat kwaliteit extra gehad. Dan had je wel verschil kunnen maken. Mede door het feit dat er veel clubs zijn, is het niveau niet al te hoog. In kleinere steden zoals Sneek dan zie je dat de beste spelers uit Sneek allemaal bij die club spelen. Dan kun je het niveau ook omhoog krikken. Als wij dat willen, dan moet je in elke kant van de stad een club hebben en dan kun je leuke dingen meemaken.”
Ook is er in 2013 gesproken over een mogelijke samenwerking tussen Friesland en Zwaluwen, die allebei op Sportpark Nylân spelen. Ook die kwam niet van de grond en ligt inmiddels lastiger dan ooit. Zwaluwen is door de complete nieuwbouw nu vastgepind op het eigen complex en Blauw Wit speelt pas sinds 2006 op het Sportpark Wiarda, waar ook FVC huist.
Wat wel een mogelijkheid is, is een eventuele samenwerking tussen MKV ’29 en Friesland. Beide clubs huizen op Sportpark Nylân en spelen allebei in de kelder van de Derde Klasse. Nu Zwaluwen door de nieuwbouw en promotie de buren volledig lijkt te overvleugelen, behoort een fusie tussen die twee clubs tot de mogelijkheden. Dat weet ook Baas van de KNVB. “De clubs zijn met elkaar aan het verkennen om naast een grote zaterdagclub ook een goeie zondagclub op Nylân te huisvesten. Want dat is ook nog een item dat speelt, het zaterdag- en zondagverhaal”, zegt Baas, doelend op de krimp van het zondagvoetbal wat betreft de prestatie-elftallen. “Je ziet een trend dat er met name in het noorden meer naar zaterdag wordt gegaan. In het verleden heeft ook Rood Geel die stap al genomen. Later is deze club gefuseerd met VV Leeuwarden en daar is Leovardia uit voortgekomen."
Een klein dorp lukt het dus wel, de stad Leeuwarden niet. Met één eersteklasser, drie tweede tweedeklassers, vier derdeklassers en een vijfdeklasser is het vooral veel van hetzelfde. Blauw Wit-voorzitter Douma (foto) heeft een kraakheldere mening. “Er zijn gewoon te veel clubs in de stad”, is hij stellig. Feenstra vult aan: “Stel dat we het aantal clubs zouden halveren, dan zou het zomaar kunnen zijn dat er éénof twee clubs zijn waar de goede spelers terecht komen. Dan kun je ook een hoger niveau aantikken.”
Leeuwarden telt vier zaterdag- en vijf zondagclubs. Fusies zouden uitkomst kunnen bieden, maar komen niet zomaar van de grond. Douma weet dat er gesproken is over een eventuele samenwerking met Zwaluwen. “Tien of twaalf jaar terug was daar sprake van”, memoreert hij. “Als dat gebeurd was, dan had je denk ik wat kwaliteit extra gehad. Dan had je wel verschil kunnen maken. Mede door het feit dat er veel clubs zijn, is het niveau niet al te hoog. In kleinere steden zoals Sneek dan zie je dat de beste spelers uit Sneek allemaal bij die club spelen. Dan kun je het niveau ook omhoog krikken. Als wij dat willen, dan moet je in elke kant van de stad een club hebben en dan kun je leuke dingen meemaken.”
Ook is er in 2013 gesproken over een mogelijke samenwerking tussen Friesland en Zwaluwen, die allebei op Sportpark Nylân spelen. Ook die kwam niet van de grond en ligt inmiddels lastiger dan ooit. Zwaluwen is door de complete nieuwbouw nu vastgepind op het eigen complex en Blauw Wit speelt pas sinds 2006 op het Sportpark Wiarda, waar ook FVC huist.
Wat wel een mogelijkheid is, is een eventuele samenwerking tussen MKV ’29 en Friesland. Beide clubs huizen op Sportpark Nylân en spelen allebei in de kelder van de Derde Klasse. Nu Zwaluwen door de nieuwbouw en promotie de buren volledig lijkt te overvleugelen, behoort een fusie tussen die twee clubs tot de mogelijkheden. Dat weet ook Baas van de KNVB. “De clubs zijn met elkaar aan het verkennen om naast een grote zaterdagclub ook een goeie zondagclub op Nylân te huisvesten. Want dat is ook nog een item dat speelt, het zaterdag- en zondagverhaal”, zegt Baas, doelend op de krimp van het zondagvoetbal wat betreft de prestatie-elftallen. “Je ziet een trend dat er met name in het noorden meer naar zaterdag wordt gegaan. In het verleden heeft ook Rood Geel die stap al genomen. Later is deze club gefuseerd met VV Leeuwarden en daar is Leovardia uit voortgekomen."
Er zijn gewoon teveel clubs in de stad"
Zondagvoetbal onder vuur
Baas refereert aan het feit dat het zondagvoetbal minder populair is onder de nieuwe generatie. Dat was de reden dat Frisia eerder dit jaar aankondigde dat het een eerste elftal op de zaterdag wil lanceren voor het nieuwe seizoen om daarmee de leegloop een halt toe te roepen. De aanmeldingen van geïnteresseerde spelers voor dat team stroomden binnen. “Onze jeugdspelers zijn het gewend om op zaterdag te spelen en dat willen sommigen later ook”, zegt voorzitter Van de Haar. “Ze willen zaterdag lekker spelen en daarna met vrienden op pad en zondag werken of uitslapen. Dit hebben we echt gedaan omdat we in de senioren een leegloop zagen van spelers die naar zaterdagclubs gingen. Wij zijn positief verrast door de aanwas.”
“Het is jammer dat je in een stad als Leeuwarden veel clubs op zondag hebt”, vervolgt hij. “Het zou mooier zijn als je op zaterdag en zondag een club op hoog niveau zou hebben.” Buitenpost-trainer Van der Weij ziet ook dat het zondagvoetbal aan populariteit aan het afnemen is. “Ik was laatst bij FVC om een competitiewedstrijd te kijken. Daar stond een man of twintig langs het veld, ik schrok me dood. Ik vraag me af waar het zondagvoetbal over vijf jaar staat. De jeugd gaat niet meer op zondag voetballen omdat ze daar niet mee zijn opgegroeid.”
FVC weet dat het zondagvoetbal onder vuur ligt, maar denkt op korte termijn niet aan verhuizing naar de zaterdag. Toch verwacht de club dat de zaterdag- en zondagcompetities mogelijk op de schop gaan. “Er gaat wel wat gebeuren”, stelt Haagsma. “Tijdens ons honderdjarig jubileum heb ik het over dit probleem gehad en daar was de KNVB ook bij. De bond heeft gezegd dat ze alles volgend jaar overhoop willen gooien, dus ik denk dat ze de zaterdag en zondag bij elkaar gaan gooien.” Bestuurslid Wijbenga ziet hier wel heil in. “Er is discussie gaande dat de zaterdag en de zondag hoofdklasse gemengd gaan worden. Dat lijkt me aantrekkelijk. Dat betekent dat je bij promotie niet naar Rotterdam hoeft te rijden, maar in het noorden kan blijven.”
Clubliefde sterft uit
‘Het brengt een soort onrust’
Doordat Leeuwarden veel clubs telt, zijn de onderlinge mutaties talrijk. Dat is met name vervelend voor Frisia en Blauw Wit. De eerste jeugdteams van die club spelen louter op Divisie-niveau, maar de spelers verschijnen later niet of nauwelijks in het vlaggenschip. “De stap vanuit de jeugd naar de Eerste Klasse is best een lastige, maar je kunt aanklampen als je in de jeugd op Divisie-niveau hebt gespeeld”, weet Douma. “Maar je ziet wel dat er weinig geduld is. Weinig jonge spelers willen investeren om op termijn een basisspeler te worden. Als het niet lukt om gelijk in de basis te komen en dat kan elders wel, dan zijn ze zo weg. Daar moeten we maar tegen kunnen, want zo zit de wereld tegenwoordig in elkaar”, verzucht de Blauw Wit-voorzitter.
Ook bij Zwaluwen-preses Adema is er berusting in het feit dat spelers veel sneller overstappen. “In onze selectie zitten een paar oud-Blauw Witters, dat was vroeger ondenkbaar. Het is een carrousel, daar heb je mee te maken. Maar het brengt wel een soort onrust.”
Feenstra vult aan: “Je ziet meer clubhoppers dan in het verleden. Voor de huidige jeugdspelers is het mooier als een speler uit de jeugd komt en jarenlang in het eerste speelt. Dat zijn dan grote voorbeelden en als je op een gegeven moment de jongens uit het eerst niet meer kent, dan heb je daar ook minder binding mee. Dat is wel jammer natuurlijk.” Van der Weij ziet ook dat er weinig geduld is onder de nieuwe generatie. “Het is te makkelijk voor de spelers om als ze even niet spelen om naar een andere club te gaan”, vindt hij. “Of ze zeggen van ja mijn vriendje speelt daar, dus dan ga ik daar ook maar spelen. De wisselingen zijn gewoon te veel.”
Baas refereert aan het feit dat het zondagvoetbal minder populair is onder de nieuwe generatie. Dat was de reden dat Frisia eerder dit jaar aankondigde dat het een eerste elftal op de zaterdag wil lanceren voor het nieuwe seizoen om daarmee de leegloop een halt toe te roepen. De aanmeldingen van geïnteresseerde spelers voor dat team stroomden binnen. “Onze jeugdspelers zijn het gewend om op zaterdag te spelen en dat willen sommigen later ook”, zegt voorzitter Van de Haar. “Ze willen zaterdag lekker spelen en daarna met vrienden op pad en zondag werken of uitslapen. Dit hebben we echt gedaan omdat we in de senioren een leegloop zagen van spelers die naar zaterdagclubs gingen. Wij zijn positief verrast door de aanwas.”
“Het is jammer dat je in een stad als Leeuwarden veel clubs op zondag hebt”, vervolgt hij. “Het zou mooier zijn als je op zaterdag en zondag een club op hoog niveau zou hebben.” Buitenpost-trainer Van der Weij ziet ook dat het zondagvoetbal aan populariteit aan het afnemen is. “Ik was laatst bij FVC om een competitiewedstrijd te kijken. Daar stond een man of twintig langs het veld, ik schrok me dood. Ik vraag me af waar het zondagvoetbal over vijf jaar staat. De jeugd gaat niet meer op zondag voetballen omdat ze daar niet mee zijn opgegroeid.”
FVC weet dat het zondagvoetbal onder vuur ligt, maar denkt op korte termijn niet aan verhuizing naar de zaterdag. Toch verwacht de club dat de zaterdag- en zondagcompetities mogelijk op de schop gaan. “Er gaat wel wat gebeuren”, stelt Haagsma. “Tijdens ons honderdjarig jubileum heb ik het over dit probleem gehad en daar was de KNVB ook bij. De bond heeft gezegd dat ze alles volgend jaar overhoop willen gooien, dus ik denk dat ze de zaterdag en zondag bij elkaar gaan gooien.” Bestuurslid Wijbenga ziet hier wel heil in. “Er is discussie gaande dat de zaterdag en de zondag hoofdklasse gemengd gaan worden. Dat lijkt me aantrekkelijk. Dat betekent dat je bij promotie niet naar Rotterdam hoeft te rijden, maar in het noorden kan blijven.”
Clubliefde sterft uit
‘Het brengt een soort onrust’
Doordat Leeuwarden veel clubs telt, zijn de onderlinge mutaties talrijk. Dat is met name vervelend voor Frisia en Blauw Wit. De eerste jeugdteams van die club spelen louter op Divisie-niveau, maar de spelers verschijnen later niet of nauwelijks in het vlaggenschip. “De stap vanuit de jeugd naar de Eerste Klasse is best een lastige, maar je kunt aanklampen als je in de jeugd op Divisie-niveau hebt gespeeld”, weet Douma. “Maar je ziet wel dat er weinig geduld is. Weinig jonge spelers willen investeren om op termijn een basisspeler te worden. Als het niet lukt om gelijk in de basis te komen en dat kan elders wel, dan zijn ze zo weg. Daar moeten we maar tegen kunnen, want zo zit de wereld tegenwoordig in elkaar”, verzucht de Blauw Wit-voorzitter.
Ook bij Zwaluwen-preses Adema is er berusting in het feit dat spelers veel sneller overstappen. “In onze selectie zitten een paar oud-Blauw Witters, dat was vroeger ondenkbaar. Het is een carrousel, daar heb je mee te maken. Maar het brengt wel een soort onrust.”
Feenstra vult aan: “Je ziet meer clubhoppers dan in het verleden. Voor de huidige jeugdspelers is het mooier als een speler uit de jeugd komt en jarenlang in het eerste speelt. Dat zijn dan grote voorbeelden en als je op een gegeven moment de jongens uit het eerst niet meer kent, dan heb je daar ook minder binding mee. Dat is wel jammer natuurlijk.” Van der Weij ziet ook dat er weinig geduld is onder de nieuwe generatie. “Het is te makkelijk voor de spelers om als ze even niet spelen om naar een andere club te gaan”, vindt hij. “Of ze zeggen van ja mijn vriendje speelt daar, dus dan ga ik daar ook maar spelen. De wisselingen zijn gewoon te veel.”
De wisselingen zijn gewoon te veel"
KNVB wil om tafel
‘Dit verhaal kan een mooi startpunt zijn’
Het Leeuwarder amateurvoetbal naar een hoger niveau trekken is iets wat Erik Baas van de KNVB op de agenda heeft staan. “Voor mij en de KNVB kan dit verhaal wel een mooi punt kunnen zijn om de clubs bij elkaar te roepen om er met z’n allen eens over te discussiëren”, zegt de verenigingsadviseur. Dit geeft mij input om met de verenigingen om tafel te gaan zitten. Er zijn beslist wel mogelijkheden om daar eens over te gaan praten. We proberen in Leeuwarden met een voetbalplatform via bestuurlijk contact met elkaar in overleg te gaan. Dan kan er over bepaalde dingen gepraat worden. Dit is wel een onderwerp waarvan ik zeg dat het op een volgende bijeenkomst medio september op de agenda kan staan. Misschien is het niet meer van deze tijd dat je drie teams in de Tweede of Eerste Klasse hebt die elkaar steeds beconcurreren. Wil je in Leeuwarden wat veranderen dan moet niet elke club afzonderlijk opereren, maar dan moet je met z’n allen om tafel om een gezamenlijke visie neer te leggen en duidelijke afspraken maken over hoe je iets kunt bereiken.”
Het feest 1
Eindelijk het zoet van een kampioenschap
Voor Zwaluwen is (even) voor later zorg. Het bij Blauw Wit behaalde kampioenschap in de Tweede Klasse zorgt voor dolle vreugde bij de Zwaluwen, die voor het eerst sinds 2010 weer eens het zoet van een kampioenstitel proeven. Komend seizoen mag de ploeg van Carlo Rietdijk proberen handhaving te bewerkstelligen, maar die doelen zijn voor later zorg. Eerst feestvieren.
‘Dit verhaal kan een mooi startpunt zijn’
Het Leeuwarder amateurvoetbal naar een hoger niveau trekken is iets wat Erik Baas van de KNVB op de agenda heeft staan. “Voor mij en de KNVB kan dit verhaal wel een mooi punt kunnen zijn om de clubs bij elkaar te roepen om er met z’n allen eens over te discussiëren”, zegt de verenigingsadviseur. Dit geeft mij input om met de verenigingen om tafel te gaan zitten. Er zijn beslist wel mogelijkheden om daar eens over te gaan praten. We proberen in Leeuwarden met een voetbalplatform via bestuurlijk contact met elkaar in overleg te gaan. Dan kan er over bepaalde dingen gepraat worden. Dit is wel een onderwerp waarvan ik zeg dat het op een volgende bijeenkomst medio september op de agenda kan staan. Misschien is het niet meer van deze tijd dat je drie teams in de Tweede of Eerste Klasse hebt die elkaar steeds beconcurreren. Wil je in Leeuwarden wat veranderen dan moet niet elke club afzonderlijk opereren, maar dan moet je met z’n allen om tafel om een gezamenlijke visie neer te leggen en duidelijke afspraken maken over hoe je iets kunt bereiken.”
Het feest 1
Eindelijk het zoet van een kampioenschap
Voor Zwaluwen is (even) voor later zorg. Het bij Blauw Wit behaalde kampioenschap in de Tweede Klasse zorgt voor dolle vreugde bij de Zwaluwen, die voor het eerst sinds 2010 weer eens het zoet van een kampioenstitel proeven. Komend seizoen mag de ploeg van Carlo Rietdijk proberen handhaving te bewerkstelligen, maar die doelen zijn voor later zorg. Eerst feestvieren.